maandag 30 juni 2014

Denemarken en westkust van Zweden


Reis: Denemarken en Zweden
Periode: 23/5-20/6/2014

Augustenborg- Gamborg Fjord 38nm- Korshavn 40nm - Mårup 26nm - 
Ebeltoft Vig 22nm - Grenå 27nm - Kedholmen 77nm - Hyppeln 28nm - 
Dyrön 26nm - Kåringön 19nm - Fiskebäckskil 10nm - Smögen 10nm - 
Hunnebostrand 6nm - Slaholmen 17nm - Hermanö 19nm - 
Stora Dyrön 20nm - Skagen 28nm - Vesterø 30nm - 
Grenå 61nm - Ebeltoft Vig 32nm - Tunø 18nm - Juelsminde 23nm - 
Årøsund 33nm - Augustenborg 25nm

23 mei 2014 vertrekken we met de auto naar Augustenborg(DK). We hebben wat moeite om te bedenken wat we gaan doen. Na de luxe van een 5- maanden vakantie verleden jaar, moeten we het nu weer met 4 weken doen. Er wordt harde oostenwind voorspeld, dus we besluiten noordwaarts te gaan.
We zeilen in 2 etappes naar Mårup, een klein plaatsje aan de westkust van Samsø. De binnenvaart is nog even spannend, het is laagwater en we zien de diepgang teruglopen tot 2.30m en we hebben een diepgang van 2.10m. We leggen aan op de langssteiger,  gelijk bij binnenkomst, want het ziet er allemaal wel erg klein uit. Later blijkt dat we helemaal hadden kunnen doorvaren naar het havenkommetje. Hier blijven we 3 dagen liggen met noordoost 6. Ook al liggen we aan lager wal, het is gelukkig beschut genoeg. Dit noordelijke stuk van Samsø is erg mooi. Het is heuvelachtig, en er zijn prachtige wandelingen te maken.  Nordby, een schilderachtig plaatsje is op fietsafstand. 


29/5 is het Hemelvaart. Langs de weg naar het dorp staan overal plastic Deense vlaggetjes. De haven loopt vol met zeilers uit Egå, een haven ten noorden van Aarhus.  De haven van Mårup is vroeger eigendom geweest van deze vereniging. Wij gaan weer verder noord, en vinden ’s avonds een ankerboei in de Ebeltoft Vig. 

Via een tussenstop in Grenå, gaan we door naar Zweden. We maken een kleine omweg,  om niet in het windmolenpark ten noordoosten van Grenå te geraken. Wij weten nog steeds niet of je hier nu wel of niet doorheen mag varen. De Denen zijn meestal niet zo moeilijk, maar zowel op onze 1jaar oude elektronische kaart als op onze (nog) oudere papieren kaart staat dat het verboden gebied is, omdat het park in aanbouw is. Of dit nu nog klopt is ons onduidelijk, het lijkt toch wel af. We vergeten het iedere keer weer te vragen aan de locals. 

We leggen de 77 mijl naar Kedholmen(N57°31’50 E11°54’50) voor het grootste gedeelte zeilend af, waarna we voor anker gaan.  1/6 zeilen we hoog aan de wind naar Hyppeln, een eiland met zo’n 200 inwoners en favoriete automerk en type is hier met ca. 90% bezetting duidelijk Volvo V70. 


2/6 zeilen we , na een tussenstop in Marstrand om wat contant geld te krijgen, naar een mooie ankerplek bij Lilla Dyrön(N57°56 05’ E11°39 60’). Af en toe hebben we wat last van de hekgolven van militaire boten die in de verte langs varen, maar voor de rest is het een heerlijke rustige plek. 

3/6 We blijven wind uit de noordhoek houden, de ene dag NW vandaag weer NO. We zeilen buiten de scheren om over zee naar Kåringön, een schilderachtig dorpje op een eilandje. Er is hier een groot reddingsstation met 3 grote en nog wat kleinere vaartuigen en Jan als KNRM-er wil daar natuurlijk even langs.  We treffen een van de vrijwilligers en krijgen meteen een rondleiding. Hij vertelt dat dit het drukste station van Zweden is en dat  er hier trainingen  worden  gegeven. Er worden wederzijds wat ervaringen over verschillende boottypes uitgewisseld.  

4/6 komen we zonder wind in Fiskebäckskil. Onderweg scheert de reddingsboot  met grote snelheid langs ons heen. Een uurtje later komt hij ons weer tegemoet met een lijkkist op het voordek en mannen in zwart in het gangboord. Dat maakt even indruk. Fiskebäckskil is de moeite waarde, met zijn grote kapiteinswoningen.


Smögen is het volgende doel. Met oost 3 een mooi tochtje. Ook hier kan je prachtige wandelingen maken over de rotsen. Er zijn wandelroutes aangelegd, met trappetjes en bruggetjes. De houten kleurrijke vissersschuurtjes op de kade zijn mooi. Als we zitten te eten krijgen we een gigantische bui over met veel wind. Het ziet er indrukwekkend uit.  


6/6 varen we via het kanaal naar Hunnebostrand. De havens zijn nog uitgestorven. Het is het weekend van Pinksteren, in Nederland is zo iets onvoorstelbaar.  In veel havens begint rond 14 juni middenseizoen en hoogseizoen is van 1e week van juli tot 1e week van augustus. Wij liggen nu nog vaak voor half geld. We besluiten dat dit ons meest noordelijke punt is en dat we net zo langzaam als we noordwaarts zijn gegaan, ook weer zuidwaarts zullen gaan.  

7/6 zeilen we naar een ankerplek bij Slaholmen(N58°20’36 E 11°22’66) en 8/6 vinden we bij Hermanö(N58°09’27 E11°23’49) een vrije ankerboei van de Svenska Kryssarklubben. We hebben van de SKX een speciale boeivlag ontvangen, die je goed zichtbaar op je boot moet bevestigen als je gebruik maakt van hun boeien. Dat doen we deze keer dan ook maar, want alle andere boeien die hier liggen zijn ook bezet.

9/6 zeilen we met een mooie west 4 naar Stora Dyrön. We meren af in de Zuiderhaven, direct aan stuurboord.  We verleggen de boot nog een stukje op de hand, omdat we water moeten tanken, en controleren niet hoeveel water er dan onder de kiel staat.



Als we ‘s avonds terug komen van een wandeling, zien we dat onze waterlijn wel erg ver boven water komt. We staan boven op een rots, terwijl op de kaart staat dat het hier 3,50m diep zou moeten zijn. Gelukkig is het de volgende ochtend als we willen vertrekken hoogwater en is er 30cm bijgekomen. We kunnen dus zonder problemen vertrekken. We steken over naar Skagen.  De zuidoosten wind  2 is te weinig om te zeilen. Het is een warme dag, zelfs op zee. In de buurt van Skagen krijgen we genoeg wind om nog een klein stukje te zeilen. Haast hebben we niet, want het is toch te warm om in een haven te liggen. Als we dan uiteindelijk zijn afgemeerd, worden we af en toe getrakteerd op een vreselijk vieze walm,  die door de zuidoosten wind van de grote vissersschepen afkomt. Niet normaal, zo een vieze lucht. In de vissershaven liggen schepen met nog flink wat vis in de netten. Een traktatie voor de meeuwen. Maar ze kunnen helaas geen maat houden en daardoor niet meer vliegen. Ze tuimelen gewoon het water in, zo zwaar zijn ze.
De stroompaal werkt niet, dus Jan gaat kijken wat er aan de hand is. Hij probeert een ander contact, terwijl ik kijk of we stroom krijgen. Dan zie ik een enorme steekvlam uit de kast komen, rakelings langs Jan zijn gezicht. Hij had de aardlekschakelaar omgezet, en dat was dus het definitieve einde van de stroompaal.

11/6 arriveren we in Vesterø op het eiland Læsø. Variërende wind van ZO1 tot W4. Denen zijn gek op picknicken, maar zoveel picknickplaatsen als in deze haven hebben we niet eerder gezien. Ook mooie overdekte plekken en goed beschut tegen de wind. We blijven hier 2 dagen liggen i.v.m. harde wind(W7 en NW6). Aan de haven verhuren ze elektrische auto’s, die willen wij wel eens uitproberen.  (Jan blij, hoeft hij niet te fietsen)En zo crossen we de volgende dag ecologisch verantwoord het hele eiland rond. Circa 100 km kunnen we afleggen, maar dan moet je niet te hard rijden en de airco niet aanzetten. Maar het lukt ons om weer terug te komen. We hebben toch het hele eiland gezien. Zijn in Østerbyhavn nog even (hoe kan het ook anders) op de reddingsboot geweest, hebben gewandeld langs verschillende stranden en hebben de zoutziederij bezocht waar je mocht rondkijken.  
13/6 wordt wind NW, helaas hebben we hem dan niet meer op kop. Het ligt nu iets onrustiger.


14/6 vertrekken we met een N5 naar Grenå. We varen met uitgeboomde kluiver en 1 rif in het grootzeil. We hebben stroom tegen en er staan flinke golven dus moeten we zelf sturen. Om de beurt een half uur. 61nm in 11 uur, gemiddeld maar 5 knopen. We zijn pas na negenen in Grenå en aardig moe.


De volgende dag spoelt Jan al het Læsøse zand en het zout van de boot. We gaan weer naar een ankerboei in de Ebeltoft Vig en daar vandaan naar Tunø. Het is warm en op het grote water weinig wind. In de buurt van land staat er wel een zuchtje. Tunø blijft een mooi plekje.

 17/6 naar Juelsminde. En daarvandaan naar Årøsund.  Bij Middelfart zijn ze bezig de elektriciteitskabels weg te halen. Om de dag is de doorvaart een aantal uur gesperd.  Gelukkig hoeven we maar een kwartier te wachten. 


In Årøsund blijven we een dagje liggen, want het is W6. 20/6 vertrekken we met NW5-6 naar Augustenborg.

We zijn 29 dagen aan boord geweest, hebben 635 mijl gevaren, waarvan 55 motoruren. We hadden 5 verwaaidagen en 2 dagen met regen.